The Dutch term "bed" matches the English term "bed"

other dutch words that include "bed" : english :
bedaagd elderly
bedaard calm, quiet, tranquil
bedacht zijn op foresee
bedanken abdicate, resign, quit, thank
bedaren abate, subside
bedeesd self-conscious, abashed, shy
bedehuis kirk
bedekken cover
bedekking lid
bedelaar beggar
bedelen beg
bedelven overwhelm
bedenkelijk risky, hazardous
bedenken fancy, invent, imagine
bedenker author
bederf veroorzakend septic, infected
bederven putrefy, spoil, rot, bribe, injure
bedevaart pilgrimage
bedevaartganger pilgrim
bediende clerk
bedillen haze, quibble
bedingen stipulate
Bedoeïen Bedouin, Beduin
bedoeld intentional
bedoelen intend
bedoeling intention, plan, meaning
bedorven rotten
bedotten hoax, mystify
bedotterij mystification
bedrag sum
bedreigen threaten, menace
bedreiging threat
bedremmeld upset, perplexed, dazed
bedreven clever, skillful, dexterous
bedriegen deceive
bedrieger charlatan, quack, imposter
bedrieglijk false, contrived, misleading
bedrijf profession, certificate, document, enterprise
bedrijven make, do
bedrijvende vorm assets
bedrijvig active
bedrijvigheid vigour
bedroefd sad
bedroefdheid sorrow, sadness
bedroeven vex, chagrin, grieve, afflict
beducht anxious
beduiden foretell, forecast, signify, clarify, prophesy
beduusd perplexed, upset, dazed
beduvelen mystify, hoax
bedwingen check, bridle, restrain
gebed prayer
kantoorbediende clerk
kinderbed cot
kraambed childbed
nagelbed nail-bed
onbedekt bare, nude, naked
onbedorven guiltless, innocent, recent, fresh
onbedorvenheid innocence
onbeduidend insignificant, meaningless, trifling
onbedwingbaar invincible
op bed abed
schouderbedekking epaulet
tuinbed bed