het hof maken in Dutch translates to court, woo in English

other dutch words that include "het" :	english :
aan het	the
aan het einde	behind
door het water plassen	paddle
het	the, it
het doen	work, function, operate
het eens zijn	agree, consent
het gevolg zijn van	come, originate, result
het gewicht bepalen	weigh
het haar wassen	shampoo
het hare	hers
het hoofd bieden	confront, face
het hunne	theirs
het jouwe	yours
het juk opleggen	yoke
het maken	fare
het mijne	mine
het onze	ours
het uiterlijk hebben van	look
het veld ruimen	relinquish, cede, yield
het verdommen	refuse
het volgende	yen
het zijne	his
heten	call
hetgeen	what
hetwelk	which, who
hetzij	whether
hypothetisch	hypothetical
in het algemeen	generally
in het bijzonder	principally, mainly, especially, specially
in het buitenland	abroad
in het groot	wholesale
in het klein	detailed
in het midden van	amidst
in het net schrijven	finalize
in het rond	roundabout
in het water vallen	fail
karakterschets	profile
kenschets	characterization
manchet	cuff
naar het schijnt	seemingly
op het kookpunt zijn	boil
op het spel zetten	risk
schets	design, drawing
schetsen	sketch
tot in het oneindige	endlessly
uit het hoofd leren	memorize

other dutch words that include "hof" :	english :
hof	courtyard, garden
hoffelijkheid	politeness
hofmeester	purser
kerkhof	cemetery, graveyard
schoffel	hoe
schoffelen	weed

other dutch words that include "maken" :	english :
aan elkaar vastmaken	connect
aanmaken	fabricate, do, manufacture, prepare, kindle, light
aanspraak maken op	presume, claim
afmaken	terminate
anders maken	turn, alter, change
bekendmaken	advise, notify, counsel
beschaamd maken	abash
beter maken	remedy, heal
blind maken	dazzle
bokkesprongen maken	caper
buit maken	obtain, acquire, attain, get
buitmaken	plunder, rob
dichtmaken	close, shut, clog
doodmaken	slay, kill
doormaken	survive
duidelijk maken	clarify
een backup maken	backup
een backup maken van	backup
een buiging maken	curtsy
een fout maken	err
een geintje maken	kid
een glijvlucht maken	glide
een lijst maken	list
een nest maken	nest
geruchtmakend	sensational
gewag maken van	mention
goedmaken	compensate
haast maken	hurry, rush
het maken	fare
indruk maken op	impress
ingewikkeld maken	complicate
inmaken	preserve, pickle
jacht maken op	hunt
kenbaar maken	reveal
kleinmaken	abase
kleren maken	tailor
losmaken	untie, unlash
maken	develop, cause, make, do, fabricate, manufacture
meemaken	participate
onderscheid maken	differentiate
onveilig maken	infest
openmaken	open
opmaken	edit, waste
propaganda maken voor	publicize
ruzie maken	wrangle
schoonmaken	cleanse, purge
smaken	taste
spoed maken	rush, hurry
trillers maken	trill
uitmaken	decide, constitute
uitmaken voor	call
vochtig maken	dampen
voortmaken	rush, hurry
wakker maken	arouse, awaken, wake
weekmaken	soak
zich eigen maken	adopt