The Dutch term "uur" matches the English term "o'clock, hour"

other dutch words that include "uur" : english :
achterbuurt slum
acupunctuur acupuncture
avontuur adventure
azijnzuur zout acetate
Bengaals vuur bengal-light, bengal-lights
bestuur reign, control, stage, administration, rule
bestuurder driver, conductor, manager, chauffeur, director
bestuurlijk administrative
buur neighbor, neighbour
buurman neighbor, neighbour
buurt quarter
buurtschap hamlet, township
ceintuur belt, girdle
clausuur separation, partition
cultuur culture
dictatuur dictatorship
duur expensive
figuur representation, diagram, stature
figuurlijk figurative
gebuur neighbour, neighbor
guur abrasive, sharp, lurid
guurheid sharpness
haan van een vuurwapen trigger
hemelvuur lightning
huur rent
huurder renter, tenant
huurrijtuig cab
kuur caprice, treatment, whim
kwetsuur injury
literatuur literature
litteratuur literature
maagzuur heartburn
montuur setting
muur wall
muuranker cramp-iron
muurbloem wallflower
muurschildering wall-painting
muurtegel wall-tile
nabuur neighbour, neighbor
nabuurschap neighborhood
natuurkunde physics
natuurlijk natural, naturally
obscuur obscure
onnatuurlijkheid affectation
puur clean, pure
schriftuur writing
schuur shack, shanty, stand, barrack, barn
stuur joystick, helm, steering-wheel, rudder, handlebars
stuurboord starboard
stuurtoestel steering-wheel, joystick
temperatuur temperature
twaalfuurtje lunch, snack
uurwerk clock
vagevuur purgatory
vuur fervour, heat, fervor, passion, zeal, impetus
vuurbaak lighthouse
vuurmaker lighter
vuurmond cannon
vuurpijl rocket
vuurspuwende berg volcano
vuurtoren lighthouse
vuurvliegje firefly
vuurwater brandy
vuurwerk fireworks
vuurzee conflagration
zoetzuur sweet-and-sour
zuur heartburn, sour, tart, acid
zuurstof oxygen