The Dutch term "oord" matches the English term "spot, location, place"

other dutch words that include "oord" : english :
aan boord aboard
aan boord gaan embark
aanwijzend voornaamwoord demonstrative
accoord accord, settlement, chord
afgeleid woord derivation
akkoord O.K., chord, arrangement, settlement, agreed
antwoorden reply, answer
antwoorden op answer, reply
beantwoorden reciprocate
benoorden above
beoordelen criticize, judge
beoordeling criticism
bewoording expression, word
bijvoeglijk naamwoord adjective
bijwoord adverb
bijwoordelijk adverbial
boord brim, edge, collar, shore
boordevol replete, brimming
coördineren coordinate, co-ordinate
deelwoord participle
doordat because
doordringen penetrate
doordringend abrasive, sharp, lurid
doordrukken force
gesmoord obtuse
halsboord collar
koord rope
koorde string, cord, rope
moorddadig deadly
moorden murder
moordenaar murderer
moordenares murderess
moordlust bloodthirstiness
moordlustig bloodthirsty
moordpartij massacre
moordziek bloodthirsty
naamwoord name, appellation
noordelijk northern
noorden North, north
Noordpoolgebied Arctic
noords northern
onderschikkend voegwoord subjunction
ondoordringbaar impenetrable
oordeel judgment
oordelen judge
rustoord resting-place
spreekwoord proverb
standaardbetekenis v.e. woord acceptation
stuurboord starboard
tegenwoordig nowadays, topical, present-day, currently, present
ten noorden van above
toehoorder listener
toehoorders audience
toevluchtsoord asylum
vakwoordenboek terminology
van boord gaan disembark
verantwoordelijk responsible
verantwoordelijkheid responsibility
vermoorden murder
vertegenwoordiger agent
volksvertegenwoordiging parliament
voordeel benefit, advantage
voordragen declaim, recite
vooroordeel prejudice
voorwoord foreword
werkwoord verb
woord word
woordelijk literal, word-for-word, verbatim
woordenboek dictionary
woordenschat vocabulary
woordspeling pun
zelfstandig naamwoord substantive, noun
zich voordoen pose, attitudinize